Woord: evenwel
evenwel , eemswal
, evenwel, echter. Bron: Molema, H. (1889), Proeve van een woordenboek der Drentsche volkstaal in de 19e eeuw, handschrift |
evenwel , èvenwels , bijwoord
, evenwel. Bron: Gallée, J.H. (1895), Woordenboek van het Geldersch-Overijselsch Dialect, aanhangsel Twents |
evenwel , èvenwels , bijwoord
, evenwel. Bron: Gallée, J.H. (1895). Woordenboek van het Geldersch-Overijselsch Dialect. Deventer: H.P. Ter Braak |
evenwel , evenswel
, evenwel; ook Oud-Drentsch Vgl. s 1. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
evenwel , évenwel
, zie: zoowel. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
evenwel , èvenwels
, Evenwel, vooral als modaal bijwoord gebruikt. Òkke (of ik) ’t ’m al verb(i)eeje, ’t gef mîn niks, h(i)ee düt ’t èvenwels tòch. Bron: Draaijer, W. (1896). Woordenboekje van het Deventersch Dialect. ’s-Gravenhage: Martinus Nijhoff |
evenwel , evel , bijwoord
, Evenwel. || ’k Heb eigentlijk gien tijd, ’k zel evel effies bij je opsteken. Ik vond ’et evel erge raar. Al heb ik ’et nog zo drok, ze laten ’t evel alles op mijn ankomme. ‒ Evenzo elders in N.-Holl. (Taalgids 2, 102) Evel is bij oudere schrijvers gewoon. || Ik mag het evel, boven Dominé, boven Pompstok graag zien, WOLF en DEKEN, Will. Leevend 3, 192. Daar is Koning Midas, die ik evel geloof, dat er al vrij wat beter van oordelen kan als jij, FOKKE, Londen (2de dr.) 118. ‒ Evel is samengetrokken uit evenwel; vgl. Ned. Wdb. op alevel. Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971) |
evenwel , évenwel
, zie zoowél . Bron: Ganderheyden, A.A. (1897), Groningana – Supplement op H. Molema’s Woordenboek der Groningsche Volkstaal, Groningen (reprint 1985) |
evenwel , évenwels
, Evenwel, vooral als modaal bijwoord gebruikt. Okke (of ik) ’t ’m al verb(i)eeje, ’t gef mîn niks, h(i)ee düt ’t èvenwels tòch. Bron: Draaijer, W. (2e druk 1936), Woordenboekje van het Deventersch Dialect, Deventer: Kluwer. |
evenwel , aevel , aevewaal
, evenwel, echter. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
evenwel , évvel
, eigenlijk, evenwel, warempel, echter Dè ’s nou toch évvel ok wa!. Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk |
evenwel , aevel
, evenwel, echter. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
evenwel , evvel
, ni-te-meen, echter. Bron: Kuipers, Cor e.a. (1989), È maes inne taes. Plat Hôrster, Horst. |
evenwel , évvel
, echter. Bron: Crompvoets, H. en J. van Schijndel (1991), Mééls Woordeboe:k. Meijel: Medelo. |
evenwel , evel , bijwoord
, toch, evenwel (KRS: Lang. Coth, Werk, Bunn, Hout, Scha; LPW: IJss, Mont, Bens, Lop, Cab, Pols) Ook in de Vechtstreek (Van Veen 1989, p. 54), Gouda (Lafeber 1967, p. 88) en in de Krimpenerwaard (Van der Ent 1988, p. 44). Bron: Scholtmeijer, H. (1993), Zuidutrechts Woordenboek – Dialecten en volksleven in Kromme-Rijnstreek en Lopikerwaard, Utrecht |
evenwel , èèmwels
, net zo goed, toch al. Bron: Bos-Vlaskamp, G. e.a. (1994), Olster woorden, Olst. |
evenwel , èèmwels , èvenwels
, net zo goed, toch al. Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte |
evenwel , evenwal , evenswal
, Ook evenswal (Zuidwest-Drenthe, zuid, Zuidoost-Drenthe, wm) = nochtans, niettemin, echter Het gef niks, het kan evenwal deurgaon (Sti), Evenwel goeie vrinden (Hgv) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
evenwel , evvel
, evenwel, toch. wild’èvvel, wil je wel. Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |
evenwel , allivel , ivvel , bijwoord
, sowieso, evenwel, evenzo. Mjeer krijde nie, ’t is allivel goêd. Bron: Verschuren, Frans (2000), Tètte-leurs Woordeboek. Zèège n'èn Schrijve meej plotjes, Etten-Leur. |
evenwel , èèvmwels
, evenwel. Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde. |
evenwel , evvèl
, evenwel , Dé gebéúrt evvèl nie, ge zul'let wél ût’tew’we kop laote, héd'de dé verstôn? Dat gebeurt evenwel niet, je zal het wel uit je hoofd laten, heb je dat gehoord? Bron: Hendriks, W. (2005), Nittersels Wóórdenbuukske. Dialect van de Acht Zaligheden, Almere |
evenwel , evenwel , bijvoeglijk naamwoord, bijwoord
, net zo goed, evengoed Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
evenwel , eevel , voegwoord
, toch wel, ook, niettemin Slaot ‘m maor niet, hij zel ‘t evel wel doen Je hoeft hem daarvoor niet te slaan; hij zal het tóch wel doen Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal. |
evenwel , evvel
, evenwel Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk. |
evenwel , evél
, evenwel, echter Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen |
evenwel , evewels , aevenwels
, evenwel (W.-Veluwe); aevenwels, evenwel, toch wel (O.-Veluwe). Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |
evenwel , evèl , evvel, ivvel , bijwoord
, evenwel, echter (Eindhoven en Kempenland; Helmond en Peelland); evvel; evenwel, echter (Den Bosch en Meierij; Land van Cuijk); ivvel; evenwel (West-Brabant) Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren |
evenwel , aevel
, evenwel Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
evenwel , aevel
, evenwel, trouwens, echter (samentrekking van ‘evenwel’) zie ook ochaevel Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |
evenwel , aevewaal , bijwoord
, evenwel; ouwel (Ospels) evenwel; aevel echter, evenwel, nochtans, um 't -, om 't even Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |
evenwel , ewaal , bijwoord, tussenwerpsel
, evenwel, toch Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |
evenwel , evvel
, evenwel; echter Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. + |