elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: doopvont 

doopvont  , duipvônt , doopvont.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
doopvont , deupvont , [zelfstandig naamwoord] , doopvont. || vont
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
doopvont , deupfont , mannelijk , doopvont.
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
doopvont , doupvont , zelfstandig naamwoord , Het doopvont.
Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer
doopvont , doupfónjt , mannelijk , doopvont.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
doopvont , deupvont , 0 , doopvont Veur in oeze kerk stiet wèer het aolde deupvont, dat in Assen in het Museum staon hef (Sle)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
doopvont , deupvont , zelfstandig naamwoord , et; doopvont
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
doopvont , deupvont , zelfstandig naamwoord , doopvont.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
doopvont , doupvônt , doupvôntj, doupvoont , zelfstandig naamwoord, mannelijk , eerste vorm Nederweerts; tweede vorm Ospels; derde vorm Weerts (stadweerts), Buitenijen (kerkdorpen rondom stadskern); doopvont
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
doopvont , dopvont , zelfstandig naamwoord , "doopvont; A.A. Weijnen, Dialectatlas van Noord-Brabant; Antwerpen 1952 –  dópvónt; WBD (III.3.3:60) dopvont = doopvont; D. Boutkan: dopvont; WBD III.3.3:60 dopvont, dopvontkepèl; WTT 2012 - Ook onzijdig gebruikt: Elie van Schilt - In de kerk aongekomen bij ut dopvont, daor wier oe kupke onder al die lappen uytgefrut en mee un "" Ik dóóp oe in de naom van de vadder en de zoon en ok nog dun heilige geest""... (Uit: ‘As ge katteliek geboren wierd; CuBra ca. 2000)"
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant
doopvont , duipvónt , doopvont
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal