Woord: buitentijds
buitentijds , boetetieds
, buitentijds. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
buitentijds , boetetiets
, buitentijds. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
buitentijds , butentieds , bijvoeglijk naamwoord, bijwoord
, buitentijds, tussentijds. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
buitentijds , [buitentijds] , boetetieds
, buitentijds Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |