Woord: bollen
bollen , bollen(II) , zwak werkwoord, onpersoonlijk
, Aanstaan, bevallen, genoegen doen. Zie Ned. Wdb. III, 309. || Zo’n makkelijk leventje dat bolt ’em wel. ’t Bolde me niks, dat ik me zin niet kreeg. – Soms in de zin van spijten, begroten, nozen. || Het bolt me, dat ik ’et maar niet ’ekocht heb. Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971) |
bollen , bollen , zwak werkwoord, intransitief
, Bolrond worden, met een ronde bol ijs omzet worden; van gedeeltelijk onder water stekende vaarbomen, waarom zich bij vriezend weer aan het watervlak een bol van ijs vormt. || Slaan ’et ijs maar van de boom of, hij is ’ebold. Clare loght, vroor seer sterk ... d’boomen opd’Zaan gebolt, Journ. Caeskoper, 22 Jan. 1704. – Vgl. aanbollen. Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971) |
bollen , bülle
, bollen (meel). Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
bollen , boljen , [werkwoord]
, bij ‘t slootgraven n bòl (een spit grond) waterpas lossteken. || bolschop Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
bollen , bòllen , [werkwoord]
, 1 zeer behagen, bevallen.; 2 zich geeerd, zich trots gevoelen. Wat bòlde ze! Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
bollen , bolle , werkwoord
, 1. Aanstaan, bevallen. | ’t Bolt m’n niks. 2. Tegenstaan. | ’t Begon ’m te bollen. Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer |
bollen , bolle , werkwoord
, Het 5 à 6-jarig bovenhout van knotwilgen verwijderen of van andere bomen de zware takken afzagen. Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer |
bollen , bollen , werkwoord
, de zode weggraven en de grond omspitten Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
bollen , bolde , uitdrukking
, [Hei, Phk] Dat bolde niessôô mè mekaor Die konden niet zo goed met elkaar opschieten Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal. |
bollen , bolle , werkwoord
, bevallen, aanstaan (Eindhoven en Kempenland) Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren |