Woord: bolderwagen
bolderwagen , [soort wagen, lawaaiig kind] , buldĕrwagĕn
, huifwagen zonder veeren, ook gezegd van een kind dat veel leven maakt. Bron: Ebbinge Wubben, C.H. (1907), ‘Staphorster Woordenlijst’, in: Driemaandelijkse Bladen 6, 61-94 |
bolderwagen , bolderwaage
, zware wagen op 4 raderen. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
bolderwagen , bolderwaage , vrouwelijk
, wagen die op keien veel geraas maakt Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen |
bolderwagen , bolderwoagen , [zelfstandig naamwoord]
, boerenwagen, op Westerwolde inzonderheid de ouderwetse huifkar. Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
bolderwagen , bolderwaage , mannelijk
, bolderwaages , bolderwaegeske , bolderwagen. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
bolderwagen , bolderwagen , bolderkarre
, (Zuidwest-Drenthe, Zuidoost-Drents zandgebied, Noord-Drenthe). Ook bolderkarre (Zuidwest-Drenthe) = bolderwagen, overhuifde boerenwagen Ze gungen eerder wel met de bolderwaogen hen de markt (Bal) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
bolderwagen , bulderwaegen , bolderwaegen , zelfstandig naamwoord
, de; boerenwagen met huif en zonder vering, vaak gebruikt als men op visite ging of anderszins uitging Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
bolderwagen , bolderwage , zelfstandig naamwoord, mannelijk
, bolderwages , bolderwagentje , bolderwagen Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |
bolderwagen , bolderwaoge , zelfstandig naamwoord
, bolderwagen, bolderkar; LDM: Zoals deze [voerlieden] hadden ook meestal de anderen voor hun speciale vrachten geschikte vervoermiddelen. Een der meest bekende was o.a. de bolderwagen met laagliggende bodem, zodat de gewoonlijk zware vrachtstukken niet hoog behoefden te worden getild. (Lowie van Dorrus Misters; rubriek Uit onze Tilburgse folklore, afl. 21 ‘Tilburg had een respectabele lijst’; NTC 4-2-1954) Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant |