elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: berenleider

berenleider , beereleijer , Beerenleider.
Bron: J.A.V.H. (18e eeuw), Haagsch Nederduitsch woorden-boekje. Den Haag: Johannes Mensert. Uitgegeven in: Kloeke, G.G. (1938), ‘Haagsche Volkstaal uit de Achttiende eeuw’, in: Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde 57, 15-56.
berenleider , baereleier , beerenleider.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
berenleider , beerlaaider , beerkeerl; berekeerl , [zelfstandig naamwoord] , berenhouder. Schertsend: Tou, doe òl beerlaaider! = toe, jij wildebras!
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
berenleider , baereleier , mannelijk , baereleiesj , berenleider; ruwe klant.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal