elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: bemoeial 

bemoeial  , bemooial , bemoeial.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
bemoeial , bemuial , 0 , bemuials, bemuiallen , bemoeial Een bemuial, die bemuit hum overal mit, ook as hij er niks mit hef te maken (Wsv)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
bemoeial , bemuuial , zelfstandig naamwoord , bemoeial.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
bemoeial , bemeujâl , zelfstandig naamwoord, mannelijk , bemoeial
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
bemoeial , bemaojal , bemoeial
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal