elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: afkoken 

afkoken  , aafkaoke , kaok, kaoks, kaok, kaokde, gekaok , afkooken.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
afkoken , aafkaoke , kaokde aaf, haet of is aafgekaok , afkoken.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
afkoken , ofkokken , kokken of, of ekokt , voorkoken.
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
afkoken , ofkoken , zwak werkwoord, overgankelijk , (Midden-Drenthe, Zuidoost-Drents zandgebied, Zuidwest-Drenthe, zuid) = afkoken De eerpels kaokten niet goed of (Mep), Nei eerpels, die moej altied even een keer vaoker ofkoken (And)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
afkoken , òfkoken , afkoken (tot kruim worden van aardappelen bij het koken)
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
afkoken , ofkoken , werkwoord , afkoken
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
afkoken , ofkaoken , werkwoord , afkoken.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
afkoken , [afkoken] , aafkoeake , afkoken
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal