Woord: zilverzand
zilverzand , zulverzand , zelfstandig naamwoord
, Zilverzand, zeer fijn, wit zand, in de zegswijze ’t zulverzand komt van de lucht, gezegd van zeer fijne sneeuw die vorst voorspelt. Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer |
zilverzand , zilverzanjt , mannelijk
, zilverzand. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
zilverzand , zulverzand , 0
, (mets.) = wit metselzand In Hooghalen, daor was een stee, daor zat zulverzaand (Wed), Dat is mooi blank zulverzand veur het messeln (Sle) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
zilverzand , zulverzand , zulverzaand
, (Kampen) zilverzand. Ook: zulverzaand (Kampereiland, Kamperveen) Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
zilverzand , zulverzand , zelfstandig naamwoord
, zilverzand. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
zilverzand , zilverzand
, fijn, wit zand, vroeger gebruikt om de vloeren mee te versieren. Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |