Woord: vervatten
vervatten , vervatten , [werkwoord]
, hervatten, herhalen, b.v. een bezoek. Bron: Boeles, P. (ca. 1875), Idioticon Groninganum. Vergelijkend woordenboek van den Groningschen tongval, uitgegeven door Siemon Reker, 1977, Egbert Forsten & Profiel. |
vervatten , vervatten
, voor: hervatten, van een bezoek, als dit nl. voor ’t oogenblik ongelegen komt; ie mouten ’t gau ijs vervatten = gij moet spoedig eens terugkomen. (v. Dale heeft het ook in die beteekenis.) Oudtijds werden ver en her wel verwisseld; zie o.a. Job 9:18. De Ouden zeiden: verscheppen, voor: herscheppen; bij Kil. den adem verhalen (= herhalen) = herademen. Vgl. ook: verstellen, en: herstellen. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
vervatten , vervatten*
, ook bij v. Dale. Bron: Ganderheyden, A.A. (1897), Groningana – Supplement op H. Molema’s Woordenboek der Groningsche Volkstaal, Groningen (reprint 1985) |
vervatten , vervatten , [werkwoord]
, hervatten. Ie mouten ‘t moar es vervatten = gauw eens weerkomen. Dat mout vervat wòrren = wij moeten het overdoen. Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
vervatten , vervatten
, hervatten. Je vervat ‘t (bezoek) nog maar ‘s. Bron: Spek, J. van der (1981), Zoetermeers woordenboek, Zoetermeer. |
vervatten , vervatte , werkwoord
, (een bezoek) herhalen (KRS: Lang, Coth, Werk, Bunn, Hout, Scha; LPW: IJss, Mont, Bens, Lop, Cab, Pols) Ook in de Vechtstreek (Van Veen 1989, p. 137) en in de Krimpenerwaard (Van der Ent 1988, p. 109). Als verouderd opgegeven bij Van Dale (1992, p. 3375). Bron: Scholtmeijer, H. (1993), Zuidutrechts Woordenboek – Dialecten en volksleven in Kromme-Rijnstreek en Lopikerwaard, Utrecht |
vervatten , vervatten , zwak werkwoord, onovergankelijk
, (Zuidoost-Drents zandgebied, Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe) = de hand even loslaten om beter te vatten Ik kreeg de hand lam, ik mus even vervatten (Dal), z. ook verpakken Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
vervatten , vervatten
, opnieuw doen. Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |
vervatten , vervätten
, (Gunninks woordenlijst van 1908) 1. vervatten; 2. herhalen Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
vervatten , vervatten , werkwoord
, vervatten, hervatten (in een gesprekssituatie) Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
vervatten , vervatte , werkwoord
, vervat, verattende, vervat , [Num] hervatten, herhalen Ik hoop m’n bezoek nog is te vervatte Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal. |
vervatten , vervatten
, (een bezoek) herhalen. Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |
vervatten , vervatte , sterk werkwoord
, anders (vast)pakken; WBD vervatte (II:1003) - vervatten: het kettinggaren van de ene hand in de andere pakken bij de bomen. WNT VERVATTEN - 11) een handeling, een zaak, een vriendschap e.d. die men heeft gestaakt of onderbroken, of een onderwerp dat men reeds besproken heeft, weer aanvatten, opnieuw ter hand nemen, weer beginnen, hervatten; Haor VERVATTE - terugkomen Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant |