Woord: overhuizen
overhuizen , overhuizen
, (hoofdtoon op óver-), verhuizen. Zijne jullie al overgehuisd? Bron: Beets, A. (1927), ‘Utrechtsche Volkswoorden en Volksgezegden’, in: Driemaandelijksche bladen 22, 1, 1-30, 73-84. Groningen |
overhuizen , overhuzen , aoverhuzen
, 1. verhuizen; 2. verweiden (van vee). Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |