Woord: turven
turven , turven , werkwoord
, of turf steken = plaggen uitsteken, om die tot turf te drogen. Bron: Panken, P.N. (1850) Kempensch taaleigen, Idioticon I, A-Z, Idioticon II, H-Z, red. Johan Biemans, 2010, Bergeijk. |
turven , turven , [werkwoord]
, turf inslaan. Fri. turfje. Bron: Boeles, P. (ca. 1875), Idioticon Groninganum. Vergelijkend woordenboek van den Groningschen tongval, uitgegeven door Siemon Reker, 1977, Egbert Forsten & Profiel. |
turven , tö̀rven
, Turf opdoen. Wat z(i)eej dʼr ü̂̂t; î bint zoo zwart òj an ʼt tö̀rven ewest bint. Bron: Draaijer, W. (1896). Woordenboekje van het Deventersch Dialect. ’s-Gravenhage: Martinus Nijhoff |
turven , turven , torven , zwak werkwoord, intransitief
, Turf trekken; ook slagturven en klienen genoemd (zie klienen II). Thans verouderd. || En sal niemant mogen torven ofte modderen uyt ander Luyden water of neffens anders landt, dan met konsent vande Eygenaers (keur v. Oostzaanden, begin 17de e.), LAMS 721 (zie aldaar nog enige voorbeelden). Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971) |
turven , tö̀rven
, Turf opdoen. Wat z(i)eej dʼr ü̂t; î bint zoo zwart òj an ʼt tö̀rven ewest bint. Bron: Draaijer, W. (2e druk 1936), Woordenboekje van het Deventersch Dialect, Deventer: Kluwer. |
turven , törven , [werkwoord]
, 1 de turf in huis brengen. Wie mouten vandoag törven. Wie törven bie Noorman = die bezorgt ons de turf.; 2 de stemmen aantekenen. || stobbe Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
turven , turve , werkwoord
, Het op een lat aanstrepen van een bepaald aantal (verouderd). Zegswijze ientje t’rug turve, iemand die te keer gaat, met gelijke munt betalen. – Op je nek (ge)turfd, den hei je gien zolder nôdig, afwimpelende reactie op een verzoek. Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer |
turven , törven , turven , onbepaald werkwoord
, Ook turven in bet. 2. = 1. turf naar huis vervoeren (Veenkoloniën, Kop van Drethe, Zuid-Oost Drenthe). Wij bint an het törven (Eev), z. ook törfmennen 2. turven (Noord-Drenthe, Zuid-Drenthe) Törven is het zetten van veer streepies mit een dwarsstreeple der deur (Hgv) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
turven , törven , werkwoord
, turven Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
turven , törvm
, 1. turf in het turfhok brengen, turf opstapelen. 2. standen schrijven bij kaarten d.m.v. streepjes. Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde. |
turven , törven , werkwoord
, törven, etörfd , 1. turven, het stapelen van bijvoorbeeld hout of turf; 2. tellen. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
turven , törven , werkwoord
, brandstof inslaan voor de winter. Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |