elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: troet

troet , troet , vrouwelijk , pent, meelbeslag, troetje. De vrouw zal troet koken. Troet, pent en pap verschillen alleen daarin dat pap een dun meelbeslag is zoo als b.v. meelpap, doch kinderpap is een mengsel van melk en beschuit, waartoe weleer de zoogenoemde papbeschuit opzettelijk gebakken werd; pent is een dikker beslag, waartoe men ook vruchten en fruiten gebruikt, zoo als appelen, peren, aalbessen enz.; troet is een dik beslag van meel met melk of wei, of ook wel met water. Zie verder op het woord repje de brui.
Bron: Bouman, J. (1871), De Volkstaal in Noordholland, Purmerend.
troet , troet , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk , Zekere meelspijs. Gruttemeel in water gekookt. Men neemt gruttemeel met wat zout, giet er kokend water op, en roert snel met de steel van een pollepel; of wel men strooit het meel in kokend water. De troet wordt gegeten met stroop en boter, vet of gebakken spek. Synon. hete bliksem op bliksem, kloet III, kwart-voor-twaalven, luie-wijven-kost, pannevlees, pauweborst, pauwevlees, repje, slinger-om-de-trap. In melk gekookt heet de spijs meestal rep-je. || Ik heb gien tijd om aâr eten te koken, ik zel maar gauw wet (wat) troet draaien. – Boekende troet, te Assendelft als benaming voor boekweitegort. – Bij uitbreiding wordt troet ook gebezigd voor elke weke en slappe massa. || Wat ’en dikke troet is dat. Pas op, trap niet in die troet. – Vandaar ook als naam van week land. || De Troet (stuk weiland te Wormerveer). – Het woord is in geheel N.-Holl. gewoon (Taalgids 2, 123; 6, 310; BOUMAN 108). – Vgl. troeterig en troetmolentje.
Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971)
troet , troet , zelfstandig naamwoord , 1. Meel in water, melk of wei gekookt. 2. Dikke pap van karnemelk met veel meel.
Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer
troet , troet , meelkost, meelbal (vgl. de Duitse knudel)
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
troet , troet , pap.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal