Woord: toestellen
toestellen , [aanschaffen, gereedmaken] , tôstellen , zwak werkwoord
, aanschaffen. Bron: Gallée, J.H. (1895). Woordenboek van het Geldersch-Overijselsch Dialect. Deventer: H.P. Ter Braak |
toestellen , toustellen
, aanschaffen, koopen en voor eigen gebruik in werking stellen; ’n peerd, ’n woagen, ’n piep, ’n brik, ’n kachel anzetten (Westerkwartier, Hoogeland), en tegengestelde van: deurzetten (zie aldaar) Drentsch aanzetten = aanfokken; Overijselsch, Noord-Brabantsch = vermeerderen. Vgl. anstellen. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
toestellen , toustellen
, aanschaffen. Zie: anzetten. Vgl. v. Dale art. toestellen. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
toestellen , toustellen
, stealde tou, touestealt , Zich wat toustellen: iets aanschaffen. Eimaond wat toustellen: iemand iets bezorgen. Ik hebbe mi ne nie-e fietse touestealt: ik heb een nieuwe fiets aangeschaft. Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen |
toestellen , toustellen , [werkwoord]
, aanschaffen. Hai het zok n nije fiets tousteld. Schertsend: n vraauw toustellen. Niet in Stad en Westerkwartier Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
toestellen , toosteln , wederkerig werkwoord
, zich aanschaffen Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl. |
toestellen , toestellen
, aanschaffen Bron: Steenhuis, F.H. (1978), Stoere en Olderwetse Grunneger Woorden, Wildervank: Dekker & Huisman |
toestellen , toestellen
, 1. aanschaffen; 2. toestellen. Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte |
toestellen , toestellen , zwak werkwoord, wederkerend
, (Zuidoost-Drents zandgebied, Zuidwest-Drenthe, Midden-Drenthe, Kop van Drenthe) = aanschaffen Hie hef zuk lestdaags nog een radio toesteld (Zwe) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
toestellen , toestellen
, (Gunninks woordenlijst van 1908) inkopen doen, vooral bij een huwelijk Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
toestellen , toestelln
, aanschaffen. Hie hef besleutn ’n schriefmesiene toe te stelln. Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde. |
toestellen , toestellen , werkwoord
, zichzelf verschaffen, aanschaffen, kopen (W.-Veluwe). Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |