Woord: thuiskomen
thuiskomen , thoeskommen , thuuskommen, hoeskommen , onbepaald werkwoord
, (Zuidoost-Drenthe, Midden-Drenthe, Kop van Drenthe). Ook thuuskommen (Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, zuid, Veenkoloniën), hoeskommen (Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, zuid) = 1. thuiskomen Is dat nou thoeskommen; het is al twaalf uur (Wed), Ze bint beholden thoeskommen (Zwig) 2. (zelfst.) thuis Die kiender hebt ook gien thuuskomen (Nije), Nachtvolk hef gien thoeskommen (Nor) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
thuiskomen , thuuskommen , thuuskoemen , werkwoord
, thuiskomen Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
thuiskomen , thuuskommen , thuuskoemen , zelfstandig naamwoord
, et; thuis, eigen onderkomen Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
thuiskomen , thuiskomme , tuiskomme , werkwoord
, kom thuis, kwam thuis, thuisgekomme , 1. thuiskomen, naar huis terugkeren 2. als in de verkeringstijd de jongen bij het meisje thuis mocht komen (in de familie werd opgenomen) Ze liepe al een paor jaer voordattie d’r moch’ thuiskomme Ze hadden al een paar jaar verkering voordat hij daar mocht thuiskomen Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal. |
thuiskomen , thuuskommen , werkwoord
, thuiskomen. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
thuiskomen , thuuskommen , zelfstandig naamwoord
, onderkomen, woonstee. Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |
thuiskomen , thoeskómme , werkwoord
, kum(p)tj thoês/thoes, kwaam thoês/ thoes, thoesgekómme , thuiskomen; mèt get thoeskómme – 1. met iets thuiskomen 2. na een verblijf elders (van een meisje) zwanger thuiskomen Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |