elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: stunderen

stunderen , stundern , berispen, moeite hebben met. De meisters heb heel wat te stundern met de kiender in de schoele.
Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde.
stunderen , stunderen , 1. onnodig lawaai maken (W.-Veluwe); 2. vitten, berispen (O.-Veluwe).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal