elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: sterretje

sterretje , sjtėrke , onzijdig , sjtėrkes , klein stervormig koekje met gekartelde rand, gebakken van speculaasdeeg met amandelsnippers.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
sterretje , starreke , zelfstandig naamwoord , sneeuwklokje, * Anoniem Etten, West Noord-Brabants Idioticon A – Z, ± 1929.
Bron: Verschuren, Frans (2000), Tètte-leurs Woordeboek. Zèège n'èn Schrijve meej plotjes, Etten-Leur.
sterretje , sterregien , zelfstandig naamwoord , et 1. kleine ster 2. bep. kindervuurwerk: sterretje
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
sterretje , sterretje , grootbloemmuur (stellaria holostea).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal