elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: stern

stern , iksteern, groote - , [zelfstandig naamwoord] , grote zeezwaluw (Sterna cantiaca).
Bron: Boeles, P. (ca. 1875), Idioticon Groninganum. Vergelijkend woordenboek van den Groningschen tongval, uitgegeven door Siemon Reker, 1977, Egbert Forsten & Profiel.
stern , steern , Hieronder verstaat men op Rottumeroog de Groote Stern, Sterna cantiaca, volgens Prof. Schlegel in deze provincie Groote Ikstern of Sterentje genoemd. Deze beide sternsoorten worden des zomers bij duizenden op genoemd eiland, waar zij broeden, aangetroffen. De krietsteernaier zijn grijs met zwarte vlekjes en hebben de grootte van een klein hoenderei; de steernaier zijn eveneens gevlekt en zoo groot als een kievitsei. De krietsteern heeft dien naam aan haar krijtend geluid ontleend.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
stern , steern , [zelfstandig naamwoord] , de grote stern, sterna cantiaca, zeevogel. Een andere soort is de krietsteern, het visdiefje.Steernaaier. || blaauwsteerntje
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
stern , steerntje , [zelfstandig naamwoord] , de steern, de vogel vooral blaauwsteerntje.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
stern , starn , stärn , stern.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal