Woord: spoormand
spoormand , spoermeannken , zelfstandig naamwoord
, ouderwets reismandje met hengsel en aan elke kant een deksel Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl. |
spoormand , spoormandje , zelfstandig naamwoord
, Reismandje (verouderd). Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer |
spoormand , spoormandtien , 0
, spoormandties , (Zuidoost-Drents zandgebied, Zuidwest-Drenthe, Midden-Drenthe) = reismand Wij wilt op visite, ik heb het spoormandtien al klaor staon (Sle), Een spoormandtie was vlöchten van gespleten Spaans riet (Exl), Een spoormaandtie was een zwart maandtie mit twei klappen (Zdw) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
spoormand , spoormaande
, (Kampereiland, Kamperveen) mand met twee deksels Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
spoormand , spoormaande , zelfstandig naamwoord
, de; spoormand Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
spoormand , spoormand , spoormaand
, hoog boodschappenmandje, door boerenvrouwen gedragen. Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |
spoormand , spoeërmang , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk
, spoeërmânge , (Weerts (stadweerts)) boodschappenmandje Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |