elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: speksnijder

speksnijder , speksnieder , zelfstandig naamwoord , de 1. opschepper 2. iemand die het goed doet, die het voor de wind gaat 3. iemand die deftig gekleed gaat
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
speksnijder , speksnijer , uitdrukking , Je bin een hêêle speksnijer Je hebt het goed gedaan Ook spekkôôper
Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal.
speksnijder , speksniejer , opschepper, bluffer.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal