elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: snisteren

snisteren , snisteren , sniesteren , zwak werkwoord, intransitief , Daarnaast sniesteren. Sissen, van iets dat te braden staat. Zie synon. op sudderen. || Hoor dat vlees ers snisteren. Het vet sniestert in de pan. – Ook elders is snisteren bekend (HARREBOMEE 3, 88 en 168).
Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971)
snisteren , snisteren , zwak werkwoord , ’t begeent al te snisteren: bij het bakken in de pan
Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen
snisteren , snistrn , zwak werkwoord , 1 sissen, 2 braden
Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl.
snisteren , snisteren , spetterend geluid maken.
Bron: Bos-Vlaskamp, G. e.a. (1994), Olster woorden, Olst.
snisteren , snisteren , snisteren, esnisterd , 1. snel rijden; 2. spetteren in de pan.
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
snisteren , snistern , zwak werkwoord, (on)overgankelijk , (Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, zuid, Zuidoost-Drents zandgebied, Midden-Drenthe, KD) = 1 een steentje over het water doen scheren (Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, zuid, Zuidoost-Drents zandgebied, Kop van Drenthe) Platte stienties over het water laoten snistern (Zwin), z. ook siedeln 2. sissende geluiden maken De botter snistert in de pan (Hijk) 3. urineren (Midden-Drenthe) Die is an ’t snistern (Rol) 4. flitsen (Zuidwest-Drenthe, zuid) Hij schèut deur de buchte en snisterde vlak an oons langes (Ruw), Hij snitterde hom mor zo veurbai met scheuveln (Row) 5. tabakssap spuwen Hie snistert de hiel dag an (Sle), z. ook snirten, snitsern
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
snisteren , snisteren , sniesten, snisten, sniesteren , (Kampen) sissen. Ook: sniesten (Kampereiland, Kamperveen), snisten (Kampereiland), Gunninks woordenlijst van 1908: sniesteren
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
snisteren , snisteren , ontbranden van strovuur (W.-Veluwe).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal