elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: slaapbol

slaapbol , slĕboltĕ , slaapbol, papaver.
Bron: Ebbinge Wubben, C.H. (1907), ‘Staphorster Woordenlijst’, in: Driemaandelijkse Bladen 6, 61-94
slaapbol , slaepbol , zelfstandig naamwoord , slaepbolle , slaepbollechie , papaver- of blauwmaanzaad
Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal.
slaapbol , slaopbolle , papver (paver somniferum) (O.-Veluwe).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal