elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: sjoeks

sjoeks , sjoekse , dooiende sneeuw, natte boel
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
sjoeks , sjoekse , zelfstandig naamwoord , 1. sloddervos, slordig gekleed persoon; 2. gang, vaart; (bn.) 3. heel veel; slappe sjoekse, slappe koffie.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal