elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: schijtpol

schijtpol , schîtpòl , mannelijk , graspol in eene weide.
Bron: Gallée, J.H. (1895). Woordenboek van het Geldersch-Overijselsch Dialect. Deventer: H.P. Ter Braak
schijtpol , schèìjtpolle , graspollen
Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk.
schijtpol , schijtpolle , opschietend gras op een plek waar een koeienhoop gelegen heeft (en dat daarom niet door het vee gegeten wordt).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal