elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: scherm

scherm , scharmer , scherm, kamerscherm.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
scherm , scherm , zelfstandig naamwoord, onzijdig , Zie de wdbb. – Vroeger ook schermt, blijkens de volgende plaatsen, waar sprake is van de schermen aan weerskanten van de waterloop bij een watermolen. || Item men sal twee schermten van goede stijve deelen maken, soo hoogh alst boveneynd komt vant scheprat, wel dicht genaeyt ende gespijckert; men sal die schermten wel beribben met vieren balckjes, Hs. bestek watermolen (a° 1634), archief v. Assendelft. Aen beyde buytensyden vande groote sloven hellingen te maken van carvielplancken ... , opdat het water buyten ter syden sonder verhinderinge wel offschieten mach; die schermten sullen op die kanten vande hellingen staen, mede wel dicht daer op gewrocht omt spillen vant water, idem. – Ook een dergelijke afschutting van in het water geslagen delen naast een sluis, om het water te beletten achter de sluismuren te dringen, heet in de waterbouwkunde scherm.
Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971)
scherm , schaim , onzijdig , schäime , schäimtien , scherm
Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen
scherm , schaarmer , [zelfstandig naamwoord] , schut aan de open haard. Boven was de leneng, een latje, waarop men kousen enz. droogde. , (Westerkwartier)
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
scherm , schaarm , zelfstandig naamwoord onzijdig , ook: de schaarm (Westerkwartier) =‘t scherm. Fig. Hai bleef achter de schaarms.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
scherm , sjirm , onzijdig , sjirme , sjirmke , scherm.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
scherm , scharm , schaarm , 0 , (Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, zuid, Veenkoloniën). Ook schaarm (Noord-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, noord) = scherm Vrogger wurde der wel is een scharm in de slaopkamer ezet, aj oe uut mussen trekken (Koe), In de winter kwam der een scharm van stro veur de bieste langs (Pdh)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
scherm , schirm , 0 , schirms , (Zuidoost-Drents veengebied) = paraplu Het begunt te règen en ik heb mien schirm in hoes laoten (Nsch)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
scherm , skärm , schirm , scherm. Ook: Gunninks woordenlijst van 1908: schirm (Kamperveen)
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
scherm , schaarm , scharm , zelfstandig naamwoord , et 1. scherm: om te beschermen, te beschutten, aan het gezicht te onttrekken, ook: schut 2. beeldscherm 3. projectiescherm
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
scherm , sjërm , zelfstandig naamwoord, mannelijk , sjërme , - , scherm , (rond bed) sjërm VB: 'nne sjërm öm 't bed zitte; sjërem slagschaduw
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
scherm , schaarem , scherm.
Bron: Luysterburg, J. e.a. (2007), Dialecten in het Zuidkwartier. Hoogerheide, Ossendrecht, Putte, Woensdrecht, Heemkundekring Het Zuidkwartier.
scherm , skärm , zelfstandig naamwoord , scherm.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
scherm , schirm , (tocht)scherm.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
scherm , sjerm , zelfstandig naamwoord , sjerme , sjermke , scherm
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
scherm , schêrm , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk , schêrme , schermke , scherm
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal