elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: saus

saus , saus , sous , (onzijdig) Spreekwoord: De kool is de saus nijt weerd, bij v. Dale: Het sop is de kool niet waard = het loont de moeite niet, het is de kosten niet waard.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
saus , saus , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk , Zie de wdbb. en vgl. lawaaisaus. – Ook: regen. || De lucht wordt zo dik, we krijgen anstonds saus. – Ook elders in Holl. Zie sausen.
Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971)
saus  , sous , saus. En de sous, en wat er nog bijkomt.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
saus , saus , zelfstandig naamwoord , 1. De saus, jus. 2. Regen.
Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer
saus , saus , vrouwelijk , sauze, , sèiske , saus.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
saus , saus , zelfstandig naamwoord , jus (KRS: Wijk, Werk) Zie ook *doop en *stip .
Bron: Scholtmeijer, H. (1993), Zuidutrechts Woordenboek – Dialecten en volksleven in Kromme-Rijnstreek en Lopikerwaard, Utrecht
saus , saus , jus.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
saus , saws , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk , sawze , sejske , saus , VB: Doég mich neet te vëul saws op m'n êrpele, aanders wörd 't zoe 'nne pratsj. Zw: Dat wäor de saws: zo zou het moeten zijn.; regen saws VB: Hûi kriég v'r nog saws, dat keveer ich dich
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
saus , saauwes , saus, jus.
Bron: Luysterburg, J. e.a. (2007), Dialecten in het Zuidkwartier. Hoogerheide, Ossendrecht, Putte, Woensdrecht, Heemkundekring Het Zuidkwartier.
saus , sause , zelfstandig naamwoord , saus.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
saus , sèws , saus, jus
Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen
saus , saus , jus.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
saus , saûs , saus , zelfstandig naamwoord , sauze , suiske , saus; ze zeen allemaol met éín saus uëvergoeëte – ze zijn allemaal van hetzelfde soort; en de saûs! – en de rest!; broen saûs – gebonden saus van spekvet, azijn en kaantjes ook krabbesaûs, zoer saûs
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
saus , saaws , zelfstandig naamwoord , "saus; Pierre van Beek - Gezeten aan de boskant, in de zon of in de schaduw - al naargelang het hun die dag belieft - roken ze er hun pijpje, praten over vroeger en vertellen er hun sterke verhalen... Zoals dat van de legendarisch geworden Duitsers, die eens met stoommachines ""De Utrecht"" geploegd hebben en waarvan de herinnering voortleeft door; hun liefde voor de Nederlandse jenever: ""Ze goten hem als saus over de aardappels!""... (Het Nieuwsblad van het Zuiden - vrijdag 30 augustus 1968; Hoe ""Luther"" terecht kwam in een stil grensdorpje); Lodewijk van den Bredevoort - Èèrpel mee botersaus en un aai, un héél aai, hoe was et meugeluk. Gebakken èèrpel kwaam ôk wel ens veur, asse pas nuuw waren of soms allèèn mar èèrpel meej jèùnsaus, nèè op dieje vaaste en onthoudingsdag waar menne honger nie grôot, dè hè’k aaltij goed onthaawe. Daor waar et dan ôok enne onthoudingsdag veur. (Jo van Tilborg - Kosset den breune eigeluk wel trekken 11; 2006); Lodewijk van den Bredevoort - Ik heb menige keer men èèrpel mee spekvet, dunne saus genoemd en nie te vreten, dan meej lange taande, zitten te nuttigen onder zon (Jo van Tilborg - Kosset den breune eigeluk wel trekken 11; 2006); Lodewijk van den Bredevoort - Aate wij vruuger op vrijdag nog wel ens vis of mossele, ‘vuls te duur’, wierter gezeej. Un aai meej botersaus, of allêen èèrpel meej jèùnsaus. (Jo van Tilborg - Kosset den breune eigeluk wel trekken 11; 2007)"
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal