elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: rookverdrijver

rookverdrijver , rookverdriever , zelfstandig naamwoord , de; middel waarmee men tabaksrook verdrijft (bijv. een kaars)
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
rookverdrijver , rookverdriever , zwarte ijzeren kast boven het haardvuur (onder de schoorsteen).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal