Woord: rekendag
rekendag , rekendag , [zelfstandig naamwoord]
, de dag van afrekening. Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
rekendag , rekendag
, betaaldag, dag waarop openstaande rekeningen betaald werden. Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |