Woord: priemelnaakt
priemelnaakt , [geheel naakt] , prîmelnakend
, Spiernaakt. Bron: Draaijer, W. (2e druk 1936), Woordenboekje van het Deventersch Dialect, Deventer: Kluwer. |
priemelnaakt , priemenaaknd , bijvoeglijk naamwoord, bijwoord
, spiernaakt Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl. |
priemelnaakt , priemelekenakend , priemelekenaokend, priemekenakend, priemelijk nake
, spiernaakt. Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |