Woord: potstamper
potstamper , [klein, dik persoon] , pòtstamper
, Klein, dik mannetje. Bron: Draaijer, W. (2e druk 1936), Woordenboekje van het Deventersch Dialect, Deventer: Kluwer. |
potstamper , potstamper , zelfstandig naamwoord
, de; zonderling iemand Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
potstamper , potstampertje
, kleine man of kleine vrouw. Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |