elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: porren

porren , pōrren , voor: wroeten, woelen in den grond, bv. Met eene greep of schop. Ook: iemand met den duim in de zijde stooten. Holsteinsch purren = met een spits voorwerp graven, enz.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
porren , porren , [werkwoord] , 1 porren De piep oetporren,; 2 wekken. Ain tou ‘t ber oet porren. Stad: hai dut ‘t porren. Zie opwekken; 3 graven. Wurms porren. In toen porren; 4 eerappels porren = de in de grond gebleven aardappels vergaren; met n greep.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
porren , porn , zwak werkwoord , porren
Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl.
porren , porren , purren , zwak werkwoord, (on)overgankelijk , Ook purren (Zuidwest-Drenthe, zuid) = 1. duwen IJ moet mij aal niet zo in de zied porren, ik krieg der almaol blauwe plekken van (Eex), Ie magt hum wel ies wakker porren (Hgv), (fig.) Ik zal Jan ies vraogen, of e er niet veur te porren is (Ruw) 2. pulken, poken (Veenkoloniën, Zuidwest-Drenthe, noord) Magst nait in de neuze zitten te porren (Vtm) 3. informeren (Zuidoost-Drents zandgebied) Por hum ok ies even, of e met wil (Sle)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
porren , pörren , porren
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
porren , porren , werkwoord , 1. peuteren 2. een stoot, duw geven 3. met een puntig voorwerp in iets duwen, stoten
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
porren , pörre , porren. in de uitdrukking “ij ies’ter nie vur te pörre”, “hij ziet er niets in”.
Bron: Luysterburg, J. e.a. (2007), Dialecten in het Zuidkwartier. Hoogerheide, Ossendrecht, Putte, Woensdrecht, Heemkundekring Het Zuidkwartier.
porren , porren , kwijnen.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal