elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: popje

popje , poppie , 1. baby 2. kleine pop
Bron: Steenhuis, F.H. (1978), Stoere en Olderwetse Grunneger Woorden, Wildervank: Dekker & Huisman
popje , pupke , zelfstandig naamwoord, onzijdig , pupkes , - , koosnaampje , (voor vrouw of meisje) pupke VB: Zoe e fién puke gaans aanders es ze ma.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
popje , pöpken , zuigeling.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal