elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: ponderen

ponderen , [wegen] , pünderen , zwak werkwoord , wegen, op gevoel wegen.
Bron: Gallée, J.H. (1895). Woordenboek van het Geldersch-Overijselsch Dialect. Deventer: H.P. Ter Braak
ponderen , pünderen , Met ʼn unster wegen. Ook ʼt gewicht van iets bepalen op ʼt gevoel.
Bron: Draaijer, W. (1896). Woordenboekje van het Deventersch Dialect. ’s-Gravenhage: Martinus Nijhoff
ponderen , ponderen , hooiponderen , (pòndǝrǝ) , zwak werkwoord, transitief , Het hooi op de wagen vastleggen met de ponder. Zie ponder.
Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971)
ponderen , pünderen , Met ʼn unster wegen. Ook het gewicht van iets bepalen op het gevoel.
Bron: Draaijer, W. (2e druk 1936), Woordenboekje van het Deventersch Dialect, Deventer: Kluwer.
ponderen  , pundere , wegen met een z.g. weegtoestelletje door kruiers.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
ponderen , pöönderen , gewicht schatten, zwaar zijn. Dät pööndert: dat is zwaar.
Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen
ponderen , puendrn , zwak werkwoord , 1 op de hang wegen, 2 gewicht in de schaal leggen
Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl.
ponderen , pundere , gewicht op de hand schatten.
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
ponderen , pondere , werkwoord , 1. Het hooi met de ponder op de wagen vastleggen. 2. Onder de ponder brengen, in orde maken.
Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer
ponderen , pondern , pundern , schatten van het gewicht.
Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde.
ponderen , punderen , werkwoord , punderen, epunderd , 1. ponderen, wegen met een unster; 2. op de hand schatten van het gewicht.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
ponderen , punderen , op de hand schatten van het gewicht (O.-Veluwe).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
ponderen , pundere , werkwoord , wegen (Helmond en Peelland)
Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren
ponderen , punjere , punjertj, punjerdje, gepunjerdj , wegen, gewicht wegen door op te hangen aan de haak
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
ponderen , punjere , werkwoord , punjertj, punjerdje, gepunjerdj , wegen door middel van een unster
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal