elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: platje

platje , platje , [zelfstandig naamwoord] , een guit, grappenmaker.
Bron: Boeles, P. (ca. 1875), Idioticon Groninganum. Vergelijkend woordenboek van den Groningschen tongval, uitgegeven door Siemon Reker, 1977, Egbert Forsten & Profiel.
platje , platje , meestal: kwoad platje, zooveel als: echte kwâjongen. Amsterdamsch platje = schalk, guit, ondeugd. (v. Dale: platje = guitje, kwantje, slimmerdje.)
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
platje , platje , zelfstandig naamwoord, onzijdig , Drempel, plankje, onder de kamerdeur. || De platjes moeten ers ’eschilderd worre; ze benne helegaar of’elopen (alle verf is er af’). – Vgl. platting.
Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971)
platje , platje , deugniet (1911).
Bron: Beets, A. (1954), ‘Leidse woorden en uitdrukkingen’, in: Bicker Caarten, A. (red.), Leids Volksleven, Leiden: Sijthoff
platje , platje , ondeugend kind. Ik zie daar een paar van die platjes weghollen, die hebbe zeker kattekwaad uitgehaald.
Bron: Spek, J. van der (1981), Zoetermeers woordenboek, Zoetermeer.
platje , platje , zelfstandig naamwoord , Ook: platluis. Meervoud platjes, in de combinatie Oôstwouder platjes, soort Edammer kaas die in het najaar werd gemaakt van volle, zoete melk. Deze kaas was zo vet, dat ze niet de bekende bolvorm behield, maar plat werd.
Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer
platje , plattien , zelfstandig naamwoord , et; trottoirtegel of soortgelijke platte steen met dezelfde functie
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
platje , platje , platte , lesbienne.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal