elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: perikel

perikel , peerekel , bijvoeglijk naamwoord , [sGr] bedenkelijk, riskant Ik doch dattie bui mee zou valle, maor ‘t wor nou toch peerekel Ik dacht dat die bui zou meevallen, maar het wordt nu toch bedenkelijk
Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal.
perikel , perikelen , zorgen, moeilijkheden.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal