elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: pepermunt

pepermunt , pepermunt , pepermuntstoal , [zelfstandig naamwoord] , pepermuntstok.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
pepermunt , pemperrement , peperemunt, pumperremunt , zelfstandig naamwoord , Dialectische variant van pepermunt.
Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer
pepermunt , pepermunt , 0 , pepermunten , pepermunt Toen ik oetscheid bin met roken, bin ik met pepermunt begund (Sle), Pepermunt, zegt ze, is good veur de maege (Die), Ze nam een pepermuntie met naor de preek (Row)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
pepermunt , pepermunt , peepmunt , pepermunt. Ook: peepmunt (Kampereiland, Kamperveen)
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
pepermunt , pèèpermunt , pepermunt.
Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde.
pepermunt , pepermunt , peperment, puperment , zelfstandig naamwoord , de 1. pepermunt 2. akkermunt 3. bep. plant: pepermunt
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
pepermunt , pumperdemunt , pumperemunt , zelfstandig naamwoord , pumperdemunte, pumperemunte , pumperdemuntjie, pumperemuntjie , pepermunt Ook pumperemunt
Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal.
pepermunt , pèpermunt , zelfstandig naamwoord , pepermunt. Zie ook: kärkebrood.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
pepermunt , pippermunt , pepermunt
Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen
pepermunt , paeperemunt , peperemunt, peepmunt, pemunt, pepmunt, pipperemunt , pepermunt
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
pepermunt , pumpie , pumpurremuntjie , pepermunt
Bron: Grauw, Sibrand de en Gerard Gast (2014), ABC Dordt. Dordtse woorden en uitdrukkingen, dialect, verhalen en versjes, gedichten en straattypes, Asaprint Uitgeverij, Dordrecht.
pepermunt , pimpremunt , zelfstandig naamwoord , "pepermunt; Van Beek - ""pimpremunt"" is pepermunt (Nwe. Tilb. Courant; Typisch Tilburgs afl. XI; 10 jan. 1958); Cees Robben: daor rôok et nòr pimpremunt; Henk van Rijen (1998): 'pipperemunt'; pumperemunt; pepermunt(jes); Pumperemuntjes eten zoo naaw en dan is ok al goed tegen de maogpent... (Jan Jaansen; ps. v. Piet Heerkens svd; ’Oome Teun op collecte’; feuilleton in 3 afl. in de NTC 12-8-1939 –26-8-1939)"
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal