elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: pardon

pardon , perdon , [zelfstandig naamwoord] , pardon. Der is gain perdon veur.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
pardon , pardjèn , klemtoon op -djén , bastaardvloek.; perdóng pardon
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
pardon , perdon , pardon , 0 , Ook pardon (Zuidoost-Drents veengebied, Zuidwest-Drenthe, zuid, Midden-Drenthe, Kop van Drenthe) = geduld Heb toch even perdon, wij komt er zo an (Sle), Hij gaaf mij gien perdon, ik musse drekt beslissen uitstel (Dwi), Even pardon, jonges (Row)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
pardon , perdon , pardon , tussenwerpsel , neem me niet kwalijk
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
pardon , perdon , pardon , zelfstandig naamwoord , et; vergiffenis, kwijtschelding, in verb.: zonder/gien perdon onherroepelijk, beslist, perdon mit geduld met
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
pardon , pardon , perdon, perton , onbepaalde hoeveelheid, afdeling, groep, hoop (W.-Veluwe).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal