Woord: pakkage
pakkage , pakkázie , zelfstandig naamwoord
, Bagage. Het woord is kennelijk een contaminatie van pak en bagage. Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer |
pakkage , pakkozzie
, pakkage, pak en zak, bagage. Bron: Luysterburg, J. e.a. (2007), Dialecten in het Zuidkwartier. Hoogerheide, Ossendrecht, Putte, Woensdrecht, Heemkundekring Het Zuidkwartier. |
pakkage , pakkazie , zelfstandig naamwoord
, bagage. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
pakkage , pakkazie
, reisgoed, bagage (O.-Veluwe). Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |