elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: opwaarts aan

opwaarts aan , [opwaarts] , opperdan , bijwoord , vooruit, voorwaarts, opwaarts. Kom maar opperdan. Zij komen meer opperdan: naderen. Verkorting van opwaarts aan, even als inverdan en uitwerdan.
Bron: Bouman, J. (1871), De Volkstaal in Noordholland, Purmerend.
opwaarts aan , opperdan , opwaardaan , (òppərdan, met hoofdtoon op an) , bijwoord , Uit opwerdan, opwaard aan. Naar boven, opwaarts. || Trek de gordijnen wat opperdan. ’t Beslag (voor het gebak) komt opperdan (rijst naar boven). Breng die balk wat opperdan. De turf komt slecht opperdan (slecht op, er wordt weinig turf aangevoerd). Een molen opperdan kruien (rechtom draaien, naar de wind zetten). Trek je peerd wat opperdan (vooruit), dat ik er mit me wagen langes ken. Hij komt opperdan (hij komt aanlopen, hierheen). – Opperdan is ook elders in N.-Holl. algemeen (Taalgids 4, 201; Taal- en Letterb. 2, 65; Navorscher 7, 61; BOUMAN 77). Opwaard aan vindt men in de 17de eeuw o.a. bij HUYGHENS, Costel. Mal, vs. 317, en Sneldichten, Boek 9, no. 38.
Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971)
opwaarts aan , opperdán , bijwoord , 1. Bovenwaarts, naar boven. | Doen ’t gerdoin es opperdan. 2. Naar voren, hierheen. | Kom efkes meer opperdan. 3. Tevoorschijn. | Hai zel vedaag of murgen wel weer opperdan komme. Het woord is een koppeling van opwaard aan.
Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer
opwaarts aan , opperdan , daarginds (W.-Veluwe).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal