elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: ongezien

ongezien , ongeziens , Ietskoopen of ruilen, dat is ongezien.
Bron: Panken, P.N. (1850) Kempensch taaleigen, Idioticon I, A-Z, Idioticon II, H-Z, red. Johan Biemans, 2010, Bergeijk.
ongezien , ongezijn , (ongezien), in: ongezijn is onbemind (Stad-Groningsch) = onbekend is onbemind, op personen toegepast. “Kiek – ongezijn is onbemind! Men mout ja toch in kennis blieven Mit mensen.”
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
ongezien , onverzain , [bijvoeglijk naamwoord] , ook: onverzaintjes (Hogeland) =zonder ‘t eerst gezien te hebben. Onverzain, wat gefs der veur? Jonges goan onverzaintjes over sloden. Niet Westerkwartier
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
ongezien , ongezien , onzuun , (Kamperveen) er slecht uitziend. Ook: Gunninks woordenlijst van 1908: onzuun
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
ongezien , onbeziens , ongezien (O.-Veluwe).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
ongezien , ongeziens , bijwoord , zonder gezien te hebben/ zijn; A.P. de Bont, Dialekt van Kempenland (1958-2005) - bijw. 'ongeziens' - zonder gezien te hebben: ongeziens röle
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal