elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: omtrent

omtrent , omtrent , omtrint , (Westerkwartier), met den klemtoon op: om, zooveel als bijna, en waarvoor men ook hoort: omtrentjes; ʼk was omtrent vallen = ʼk har dʼr omtrent legen = ʼt had weinig gescheeld of ik was gevallen; ʼk was omtrent bie joe komen = haast had ik u een bezoek gebracht; ʼt is omtrent twalf uur = ʼt is bij twaalven; ʼt pad is omtrent nijt te loopen = dat pad is bijna onbegaanbaar. – Als bijwoord van plaats wordt het niet gebruikt, wèl: doaromtrent. – hen of omtrent (klemtoon op: trent), altijd door het ontkennende nijt gevolgd, en dan = bij lange na niet, volstrekt niet; ʼk wil ʼt hen of omtrent nijt doun, ʼt liekt mie narns minder noa = ʼt komt mie in gijn bedenk; dat hoes het hen of omtrent die weerde nijt = dat huis is veel te duur verkocht. v. Dale: heinde of omtrent, heinde en omtrent, in de volkstaal: hend (of: hen) of omtrent = in den omtrek, nabij, en fig.: ge zijt er hen of omtrent niet bij = gij zijt er ver af, gij raadt heelemaal mis. – omtrent, van: om en het in onze taal verloren geraakte bijwoord trend (= rond) rondom, dat is in den onmiddellijken omtrek van de genoemde plaats of het aangewezen voorwerp, in de nabijheid, in de buurt, nabij. Zie verder Gr. Wbk. art. omtrent. – Oostfriesch hend noch trend = noch nabij, noch van verre, nergens in den omtrek. Zie ook ten Doornk. art. trent, en vgl. hen.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
omtrent , omtrent* , vgl. hen * (volgens v. Dale van: heinde, hende, hend = hand.
Bron: Ganderheyden, A.A. (1897), Groningana – Supplement op H. Molema’s Woordenboek der Groningsche Volkstaal, Groningen (reprint 1985)
omtrent , ümtrent , wordt ook gebruikt voor: bijna. ümtrent ʼn daalder; ümtrent zöven ü̂r; h(i)ee is ümtrent w(i)eer bèter; daor wazzî ümtrent evallen.
Bron: Draaijer, W. (2e druk 1936), Woordenboekje van het Deventersch Dialect, Deventer: Kluwer.
omtrent , ontrent , omtrent ,   , ook: bijna: D’r was chien lúchtje ontrent. Ontrent bij tol, ongeveer, maar toch alleen an deuze kant. “Bijna” is geen Katwijksch, wel temét.
Bron: Overdiep, G.S. (1949), Woordenboek van de Volkstaal van Katwijk aan Zee, Antwerpen
omtrent , omtrìnt , omterent , [bijwoord] , ook: omterenten (Westerkwartier) =1 omtrent.; 2 bijna. Ik haar ‘t omtrìnt vergeten. Hin òf omtrìnt nait = bij lange niet. Ik wol ‘t hìn of omtrìnt nait doun. Omterìnt is lang nait haalf (Westerkwartier) ‘t Klaid was omtrìnt wit.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
omtrent , umtreant , bijwoord , ongeveer
Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl.
omtrent , umtrént , bijna, ongeveer.
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
omtrent , ómtrénjt , óntrénjt , omtrent.; óntrénjt omtrent
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
omtrent , éntreent , intreent , has; zoawát.
Bron: Kuipers, Cor e.a. (1989), È maes inne taes. Plat Hôrster, Horst.
omtrent , entrint , bijna.
Bron: Crompvoets, H. en J. van Schijndel (1991), Mééls Woordeboe:k. Meijel: Medelo.
omtrent , omtrent , bijwoord , zowat, bijna (KRS: Wijk, Lang, Coth, Werk, Bunn, Hout, Scha; LPW: IJss, Mont, Bens, Lop, Cab, Pols); ‘Wij waren er omtrent, en toen begon het te regenen.’ (Bunn) Ook in de Vechtstreek (Van Veen 1989, p. 97).
Bron: Scholtmeijer, H. (1993), Zuidutrechts Woordenboek – Dialecten en volksleven in Kromme-Rijnstreek en Lopikerwaard, Utrecht
omtrent , umtrent , bijwoord, voorzetsel , omtrent, bijna Het is umtrent half zeuven en het is al haost duuster (Eex), Mien achternicht wil neit leuven dat er in Drenthe omtrent gien törf meer is (Pei), Wij bint er umtrent bijna (Sle), Ik was umtrent veurover dukeld (And)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
omtrent , umtrent , omtrent, bij lange niet.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
omtrent , umtrent , omtrent
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
omtrent , betrèènd , bijwoord , omtrent, * Anoniem Etten, West Noord-Brabants Idioticon A – Z, ± 1929.
Bron: Verschuren, Frans (2000), Tètte-leurs Woordeboek. Zèège n'èn Schrijve meej plotjes, Etten-Leur.
omtrent , umtrènt , ongeveer , Daor of daor umtrènt zeej de landmèèter, én'nie lee'jer de lat nog mér'res néffe. Ongeveer daar of daar zei de landmeter, en hij legde er de lat nog maar eens langs.
Bron: Hendriks, W. (2005), Nittersels Wóórdenbuukske. Dialect van de Acht Zaligheden, Almere
omtrent , omtrent , omtrint , bijwoord , bijna
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
omtrent , omtrent , uitdrukking , Hebbiet over die vent, dan istie bij je omtrent Je moet altijd uitkijken wat je zegt over een andere persoon; hij kan dichterbij je zijn dan je denkt
Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal.
omtrent , ömtreent , bijwoord , omtrent , ömtreent VB: ömtreent de noontiéd kömp 'r hié langs.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
omtrent , umtrent , omtrent
Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk.
omtrent , um trent nie , bij lange na niet
Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk.
omtrent , umtrent , bijwoord , omtrent, bijna, nagenoeg.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
omtrent , umtrènt , betreffende, omtrent
Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen
omtrent , umtrent , bijna, nagenoeg.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
omtrent , [ongeveer] , intrintj , ongeveer, zie ook ongevieër, zoeaget , Ich höb ’t geldj intrintj bie-ein.
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
omtrent , intrîntj , bijwoord , omtrent, ten naaste bij
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
omtrent , umtrîntj , voorzetsel , omtrent
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
omtrent , entrint , bijna
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal