elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: olietuit

olietuit , aolichstuit , vrouwelijk , aolichstuite , aolichstuitje , oliekan.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
olietuit , eulietoet , 0 , (Zuidoost-Drents zandgebied, Zuidwest-Drenthe, zuid, Midden-Drenthe) = 1. oliekan met tuit, van blik of geëmailleerd en tot 5 liter inhoud 2. olielampje (Kop van Drenthe) We zatten bij het eulietoetie (Vri)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
olietuit , eulietute , eulietuite, eulietoete , zelfstandig naamwoord , de; bep. kleine olielamp
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
olietuit , olietuut , tuitlampje op olie, ‘snotneus’.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
olietuit , [oliekan] , oealietuit , vrouwelijk , oliekan
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal