elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: naatje

Naatje , Naate , Naatien , eigennaam , Na, Naatje
Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen
Naatje , Noatje , eigennaam , Naatje. || Annoa; Noa
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
naatje , naotje pet , bijvoeglijk naamwoord , spr: Daddis naotje pet. Dat is volk van laag allooi. * Frans Verschuren: persoonlijke bevindingen: n.a.v. een verwaarloosd standbeeld van koningin Wilhelmina-atje.
Bron: Verschuren, Frans (2000), Tètte-leurs Woordeboek. Zèège n'èn Schrijve meej plotjes, Etten-Leur.
naatje , nâdje pèt , waardeloos, knudde , Tis nâdje pèt! Het is waardeloos!
Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen
naatje , naatjen , naatjen nep, mislukt (Apeldoorn).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal