elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: motorbul

motorbul , motorbolle , inseminator die aanvankelijk op de motor de boerenbedrijven afging.
Bron: Bos-Vlaskamp, G. e.a. (1994), Olster woorden, Olst.
motorbul , motorbolle , inseminator die vroeger met de motor naar de boerderijen ging.
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
motorbul , moterbolle , zelfstandig naamwoord , de; inseminator die per motor z’n adressen bezocht
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
motorbul , motorbol , motorbolle, motorbul , K.I.-inseminator, die (vroeger) op de motor naar de boerderij kwam.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal