elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: mombakkes

mombakkes , bombakkes , onzijdig , bombakkesen , masker, momaangezigt. Wat een leelijk bombakkes.
Bron: Bouman, J. (1871), De Volkstaal in Noordholland, Purmerend.
mombakkes , bombakkes , mombakkes , (bòmbakkəs) , zelfstandig naamwoord, onzijdig , Mombakkes. Synon. grim. || ’En Suntereklaas mit ’en bombakkes voor. – Ook: lelijk gezicht. || Zet maar niet zo’n bombakkes (van een kind dat gaat huilen), je krijge je zin toch niet.
Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971)
mombakkes , bombakkes , mombakkes , onzijdig , masker, mombakkes; carnavalsmasker.
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
mombakkes , bombakkes , zelfstandig naamwoord , Dialectische variant van mombakkes.
Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer
mombakkes , mómbakkes , naar de vorm van het gezicht gemaakte bedekking teneinde dit onherkenbaar te maken of er een bepaalde gedaante aan te geven.
Bron: Crompvoets, H. en J. van Schijndel (1991), Mééls Woordeboe:k. Meijel: Medelo.
mombakkes , mombak , mombakkes, monnebak, mondbak, mommebak, mombek , 0 , mombakken , Ook mombakkes (Zuidwest-Drenthe, zuid, Veenkoloniën, Kop van Drenthe), monnebak (Coe), mondbak (Hijk, Wijs), mommebak (Smi), mombek (N:Zuidwest-Drenthe) = masker Hij hef veur Sunderklaos espeuld, hij hadde een mombak op mit een grote baord der an (Hav), As kiend duurde ik niet hen de schoele umdat ik een mombak hare het hoofd omwikkeld met verbandgaas vanwege wondkorsten in het gezicht (Dwi)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
mombakkes , moembakkes , boembakkes , masker.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
mombakkes , mombak , (Kampereiland, Kamperveen) mombakkes
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
mombakkes , bombakkes , zelfstandig naamwoord , mombakkes.
Bron: Verschuren, Frans (2000), Tètte-leurs Woordeboek. Zèège n'èn Schrijve meej plotjes, Etten-Leur.
mombakkes , bombak , mombakkes, momak , zelfstandig naamwoord , de; mombakkes, masker
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
mombakkes , bombakker , zelfstandig naamwoord , de 1. mombakkes 2. gezegd van een raar gezicht
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
mombakkes , bombakkes , zelfstandig naamwoord , bombakkeze , bombakkesie , mombakkes, masker Het meñs was zôô lillek dasse met ’t fêêst gêên bombakkes nôôdeg had De vrouw was zo lelijk dat ze bij het feest geen masker nodig had
Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal.
mombakkes , moembakkes , bômbakkes, boembakkes , masker
Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk.
mombakkes , móndbakkes , mombakkes
Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen
mombakkes , moembakkes , mombakkes , masker; moembakkesavend, vastenavond.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
mombakkes , mombakkes , bombakkes , zelfstandig naamwoord , masker (Den Bosch en Meierij; Tilburg en Midden-Brabant); bombakkes; masker (Land van Cuijk)
Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren
mombakkes , mómbakkes , zelfstandig naamwoord , mómbakkese , mómbekkeske , masker ook mómmegezicht
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
mombakkes , mómbakkes , zelfstandig naamwoord, onzijdig , mómbakkese/mómmebakkese , masker; mómmebakkes (Ospels) masker
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
mombakkes , bombakkes , zelfstandig naamwoord , masker, mombakkes; WBD (III.3.2:284,) bombakkes, mondbakkes = masker; - afstandsassimilatie van plaats: m>b; A.P. de Bont, Dialect v. Kempenland (1958): zelfstandig naamwoord o. en vr. - mombakkes, een andere variant is mondbakkes.
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal