elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: meters

meters , meters , mèters , bijvoeglijk naamwoord , Ook mèters (Zuidwest-Drenthe) = met de lengte etc. van een meter In oes welput zit 16 meterse ringen (Dro), Een meterse vreding 1 meter hoog (Dwi), Een meterse hond een grote hond (Gie)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
meters , meters , (grote) voeten (spottend).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal