Woord: melktijd
melktijd , melkenstied
, zie: melkoavend. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
melktijd , melkerstijd , zelfstandig naamwoord, mannelijk
, De tijd waarop de koeien gemolken worden. || Ik moet na huis, want ’et is melkerstijd. Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971) |
melktijd , melkenstied , [zelfstandig naamwoord]
, ook: melkerstied (Westerkwartier) =melktijd. || melkoavend , (Hogeland) Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
melktijd , melkenstied
, zie melkoamd Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte |
melktijd , melkenstied , melkerstied , 0
, Ook melkerstied (Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, noord) = melktijd Wij moet neug hen hoes, want het is melkenstied (Oos), Ak der tegen mölkerstied mor weer bin (Eex), Um vief uur was eerder melkenstied (Bov), z. ook melkens Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
melktijd , melktied , melkenstied
, melktijd Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
melktijd , melkerstied , zelfstandig naamwoord
, de; melktijd Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
melktijd , mellekestijd , zelfstandig naamwoord
, melktijd Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal. |
melktijd , melkenstied , zelfstandig naamwoord
, tijd om te melken, melktijd. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
melktijd , melkenstied , melkestied
, melktijd. Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |