Woord: meerderwegen
|
meerderwegen , meerderwegens , mijnsterwegens, mijsterwegens
, op meer plaatsen, in verschillende streken; mijnsterwegens, of: mijsterwegens = op de meeste plaatsen, nagenoeg overal. Zoo ook: tweiderwegens, dreiderwegens, enz., veulderwegens = op twee, drie, – op vele plaatsen. Samengesteld als: allerwegen. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
|
meerderwegen , meerderwechens
, Op meer, op verschillende plaatsen. Dèventer kôke kui meerderwechens krîgen in de stad. Zie: vö̀lderwechens. Gron. meerderwegens. Bron: Draaijer, W. (1896). Woordenboekje van het Deventersch Dialect. ’s-Gravenhage: Martinus Nijhoff |
|
meerderwegen , [op meerdere plaatsen] , meerderwechens
, Op meer, op verschillende plaatsen. Dèventer kôke kui meerderwechens krîgen in de stad. Zie: vö̀lderwechens. Gron. meerderwegens. Bron: Draaijer, W. (2e druk 1936), Woordenboekje van het Deventersch Dialect, Deventer: Kluwer. |
|
meerderwegen , meerderwegens , [bijwoord]
, op meer plaatsen. Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
|
meerderwegen , meerderweggens
, op meerdere plaatsen. Bron: Bos-Vlaskamp, G. e.a. (1994), Olster woorden, Olst. |
|
meerderwegen , meerderweggens
, op meer plaatsen. Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte |
|
meerderwegen , meerderwegens , meerweggens , bijwoord
, (niet Veenkoloniën) = op verscheidene plaatsen Het is mai nog te vroug um eerappels te poten, maor meerderwegens bennen ze al an de gang (Eev), Mèerderwegens hebbe wij wel laand liggen (Dwi); meerweggens (Zuidwest-Drenthe, zuid) = op meer plaatsen, vaker Die acties koomt meerweggens veur (Nije) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
|
meerderwegen , meerdewegges , meerdeweggies, meerdeweggens
, op verschillende plaatsen. Ook: meerdeweggies, Gunninks woordenlijst van 1908: meerdeweggens Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
|
meerderwegen , meerderweggns
, op meer plaatsen. Hie hef meerderweggns prebeerd de mèènsn op te lichn. Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde. |
|
meerderwegen , meerderweggens
, op meerdere plaatsen. Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |