elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: leunes

leunes , leunes , zelfstandig naamwoord , leunesse , leunessie , [O] onnozel persoon
Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal.
leunes , lëun , zelfstandig naamwoord, mannelijk , lëune , - , sufferd
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
leunes , läönes , 1. lange man; 2. lange jongen; 3. slungel; 4. lang voorwerp; läönesen, luieren, nietsdoen.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal