elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: lekkage

lekkage , lekkoazie , [zelfstandig naamwoord] , zie: lekkerij.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
lekkage , lekkage , lekkasie , 0 , lekkages , Ook lekkasie (Zuidwest-Drenthe, zuid) = lekkage Aans kriej eeuwig lekkasie (Hgv), zie ook lekkerij I
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
lekkage , lekkaezie , lekkage.
Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde.
lekkage , lekkozzie , lekkage.
Bron: Luysterburg, J. e.a. (2007), Dialecten in het Zuidkwartier. Hoogerheide, Ossendrecht, Putte, Woensdrecht, Heemkundekring Het Zuidkwartier.
lekkage , lekkazie , zelfstandig naamwoord , lekkage.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
lekkage , lekkazie , lekkage.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal